Hoe gaat het in zijn werk?
De eerste les krijg je uitleg over de bediening van de motorfiets, je leert het op- en afstappen, het gebruik van de zij- en middenstandaard. Starten, koppelen en wegrijden en je leert op de juiste manier de voorrem en de achterrem te gebruiken. Na deze les beheers je al de eerste oefeningen voor het praktijkexamen A - Voertuigbeheersing.
Wanneer les?
Het aantal lesuren per week bepaal je natuurlijk helemaal zelf. Je kunt kiezen uit: 1, 1,5 of 2 uur per les (Een lesuur bestaat uit 60 minuten inclusief voor- en nabespreking.)Kortom, op een professionele manier word je opgeleid voor het motorrijbewijs. Voor het zover is volg je natuurlijk eerst een gedegen motorrijopleiding. Alleen een kwalitatief hoogwaardige opleiding zorgt ervoor dat je veilig begint en veilig blijft motorrijden. Gun jezelf een KNMV motorrijopleiding en wordt een veilige motorrijder. Na afloop worden je vorderingen bijgeschreven op je leskaart en hoor je jouw sterke maar zeker ook je zwakkere punten.
Het motorexamen bestaat uit twee delen :
- Voertuigbeheersing
- Verkeersdeelneming
Praktijkexamen A - Voertuigbeheersing
De volgende lessen staan in het teken van dit eerste praktijkexamen. Het nieuwe examen bevat 12 bijzondere verrichtingen, genoeg te doen dus. Op een parkeerplaats word je dan ook op een vriendelijke en efficiënte manier deze verrichtingen geleerd. Bedenk hoe beter je de motor beheerst, hoe meer plezier je aan het motorrijden zal gaan beleven.
Met behulp van je eigen KNMV-leskaart, met daarop het hele programma dat je als aankomend motorrijder gaat doorlopen, zal het eerste deel van je opleiding vlot verlopen.
Het onderdeel voertuigbeheersing wordt afgesloten met een praktijkexamen AVB. Hier moet je de volgende geleerde onderdelen kennen en juist uitvoeren.
- Lopend verplaatsen van de motor en het gebruik van de standaard
- Langzame slalom
- Denkbeeldige acht
- Halve draai
- Stapvoets rijden
- Wegrijden parkeervak
- Uitwijkoefening hoge snelheid
- Snelle slalom
- Noodstop
- Precisiestop
- Stopproef
- Vertragings oefening
Een theoriecertificaat is niet nodig voor het praktijkexamen AVB. Na het behalen van het AVB examen bereiden we je voor op het praktijkexamen verkeersdeelneming AVD. Om het praktijkexamen verkeersdeelneming af te leggen moet je in het bezit zijn van een geldig theoriecertificaat A.
Een praktijkexamen voertuigbeheersing duurt 20 minuten. Het examen verloopt zo:
- Kennismaking met examinator en deze legt uit hoe je examen verloopt.
- Je examinator controleert of jij wel bent wie je zegt te zijn en checkt of de benodigde papieren zoals rijbewijs en/of geldig theoriecertificaat. Je rijschoolhouder kan je precies vertellen wat je nodig hebt.
- Hierna doe je zeven oefeningen. De examinator toetst of je de motor beheerst. Vijf van de zeven moeten voldoende zijn. Elke oefening mag je één keer overdoen. Tot de oefeningen behoren: - Lopen met de motor en gebruik van de standaard - Oefeningen bij lage snelheid, zoals slalom - Oefeningen bij hogere snelheid, zoals uitwijkoefening en remoefeningen Direct na afloop van de rit krijg je te horen of je geslaagd bent.
Praktijkexamen B - Verkeersdeelneming
Nadat je geslaagd bent voor het praktijkexamen A - Voertuigbeheersing gaan we je opleiding afronden, het tweede deel van jouw opleiding staat dan ook in het teken van het praktijkexamen A - Verkeersdeelneming. Dit deel van de opleiding vindt plaats op de openbare weg, in de onmiddelijke omgeving van Leeuwarden of Sneek, zodat je bekend wordt met de examenroutes. Teneinde een hoog kwaliteitsniveau te handhaven wordt de rijopleiding met maximaal 2 kandidaten tegelijkertijd gegeven.
Een praktijkexamen verkeersdeelneming duurt 55 minuten.
- Je maakt eerst kennis met de examinator. Die legt uit hoe je examen verloopt.
- Je examinator controleert je identiteitsbewijs en de rest van de benodigde documenten kloppen. Vraag aan je instructeur voor een overzicht wat je allemaal aan documenten nodig hebt.
- Hierna begint de rit van zo’n 35 minuten. De examinator rijdt in zijn eigen auto achter je aan.
- Naast de examinator zit je rijinstructeur. Die geeft je onderweg de aanwijzingen en opdrachten via het ontvangertje in je helm. Dit is wel zo prettig om dat je gewend bent aan de stem en de manier van opdracht geven van je eigen instructeur.
- De examinator toetst of je veilig en zelfstandig kunt rijden. En of je voldoende rekening houdt met andere weggebruikers. De examinator let onder andere op: - Kijkgedrag - Je plaats op de weg - Of je de verkeersregels goed toepast - Of je ook in het verkeer de motor beheerst.
- Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid om te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen. • Direct na afloop van de rit krijg je in het CBR-examencentrum te horen of je geslaagd bent.